donderdag 28 januari 2010

Betonproducten

De betonindustrie produceert een wijde waaier  van geprefabriceerde betonproducten voor de bouw, gaande van eenvoudige ongewapende producten, zoals metselblokken en straatstenen, tot de grote structuurelementen zoals brugliggers.  Zij kunnen verdeeld worden in vijf groepen:
-Betonproducten voor de wegenbouw;
-Betonproducten voor gebouwen;
-Betonproducten voor het buitenmilieu;
-Betonproducten voor waterwerken;
-Diverse betonproducten

Tal van betonproducten zijn genormaliseerd.

A. Betonproducten voor de wegenbouw

In de wegenbouw worden betonproducten onder meer toegepast voor:
-De verharding van verkeerszones;
-De opsluiting van verkeerszones;
-De bebakening van beveiliging van verkeerszones;
-De waterafvoer

Door hun fabrieksmatige vervaardiging onderscheiden deze producten zich door een hoge weerstand aan de mechanische en fysische belastingen in hun toepassingsgebied.
Sinds 1986 worden de genormaliseerde producten, vermeld onder de punten A1, A2, A4 en A8 geleverd onder het Benormerk.

A1 de betonstraatstenen voor rijwegen maken het onderwerp uit van de norm NBN B 21-311 (Addendum) die 2 types onderscheidt:
-type A: niet geprofileerde straatstenen (straatstenen zonder verband);
-type B: geprofileerde straatstenen (straatstenen met verband)

De straatstenen van het type 1 hebben de vorm van een rechthoekig parallellepipedum met horizontale nominale maten 220x73 mm, 220x110 mm en 220x130 mm.
De meest voorkomende straatstenen van het type B zijn die met ineenvoeging (horizontale profilering) of met ineenvoeging en steun (horizontale en verticale profilering).
Betonstraatstenen kunnen met het oog op de rendementsverbetering bij het plaatsen of het bereiken van bepaalde decoratieve effecten onder speciale vormen voorkomen.  We vermelden ronde en afgeronde stenen, stenen met natuursteenuitzicht, combinatiestenen die in meerdere vormen of afmetingen kunnen samengevoegd worden; mozaïekstenen en meervoudige stenen met schijnvoegen.
Behalve grijs zijn talrijke andere kleuren beschikbaar.
De meest gebruikelijke dikten zijn 80, 100 en 120 stenen met kleinere dikten worden tot de tegels gerekend.
Deze levendige bestratingsvorm kent een steeds toenemend gebruik voor de meest diverse toepassingen gaande van woonstraten tot industrieterreinen.

A2 De gewone betontegels met horizontale modulaire maten 300x300 of 300x150 mm en dikten 45, 50, 60 of 70 mm maken het onderwerp uit van de norm NBN B 21-211.  Zij kunnen ook gekleurd zijn en een speciale slijtlaag bezitten.  Hun gebruik is algemeen verspreid voor de aanleg van voet- en fietspaden.

A3 Voor het bestraten van industrie- en haventerreinen, spoorwegenemplacementen en overwegen, en voor het snel aanleggen van voorlopige rijwegen kan gebruik gemaakt worden van grote gewapende bodemplaten (tot 2x2 m) met een stalen rand (pantserplaten).  Ze kunnen op maat vervaardigd worden.
De tegels en bodemplaten kunnen voorzien worden van een speciale slijtlaag op basis van kwarts-, korund-, ijzerkorrels of van staalvezels.

A4 De betonboordstenen volgens NBN B 21-411 verdringen meer en meer de dure boordstenen in natuursteen.
De norm definieert naar vorm en afmetingen van de dwarsdoorsnede 6 types (A t/m F).  De keuze van het type is afhankelijk van de aard en de functie van de opsluiting.
De rechte boordstenen hebben een nominale lengte van 1 m en een gewicht variërend van 72 tot 144 kg.  Speciaal voor het uitvoeren van bochten bestaan rechte boordstenen met gereduceerde lengten van 0.50 tot 0.33 m.  De ontwikkelde lengte van het zichtvlak van de gebogen boordstenen bedraagt 0.78 mm.  Deze gebogen boordstenen maken het mogelijk bochten te verwezenlijken waarvan de kromtestraal een veelvoud is van 1 m en de hoek een veelvoud van 45°.

A5 De typebestekken 150 (Ministerie van Openbare Werken), 200 (Vlaams gewest) en 300 (Waals gewest) definiëren de nominale dwarsafmetingen van de kantstroken en watergreppels.  De nominale dikte van deze elementen bedraagt meestal 200 mm, de nominale lengte 1 m.  Speciaal voor het uitvoeren van bochten bestaan evenwel elementen met een gereduceerde lengte van 0.50 m.
Sommige fabrikanten leveren ook watergreppels en boordstenen in één stuk, zgn. greppels met oorsprong.

A6 Sinds vele jaren worden door de betonindustrie stootbanden geleverd voor veiligheidsconstructies langs wegen van groot verkeer.  Bekend zijn de lage stootbanden met diverse L-profielen en de gebogen schampplaten op stijltjes.  De laatste jaren kennen vooral de hoge stootbanden van het enkel en dubbel werkend New-Jersey-type een groeiend succes.  Deze zware stootbanden met verbinding zijn leverbaar in lengten van 1 tot 6 m in één stuk.
De zgn. lineaire elementen (zie A5 en A6) voor de wegenbouw onderscheiden zich door uitstekende kenmerken inzake maatafwijkingen, sterkte en duurzaamheid.

A7 Voor de bebakening van kruispunten staan diverse types boordstenen en stootbanden met reflectoren en ingebouwde verlichting ter beschikking.  De bebakening en openbare verlichting van wegen kan respectievelijk geschieden door reflectorpaaltjes en door middel van gewapende of voorgespannen verlichtingspalen of –masten.

A8 De betonbuizen zijn de meest bekende elementen voor de afvoer van regen- en afvalwater.  Omdat ij van het ‘starre’ type zijn, d.w.z. dat hun eigen sterkte instaat voor het nodige draagvermogen, maken zij een zeer economische uitvoering van leidingen mogelijk.  Ook in agressieve omstandigheden onderscheiden zij zich door een grote duurzaamheid.
De genormaliseerde buizen zijn bestemd voor leidingen zonder inwendige druk.
De norm NBN B 21-011 (+2 Addenda) heeft betrekking op cirkelvormige (ronde) buizen met of zonder ligvlak en op eivormige buizen met of zonder ligvlak en op eivormige buizen met ligvlak in ongewapend beton.  Hun inwendige   is begrepen tussen 100 en 1000 mm en hun nuttige lengte bedraagt meestal 2 m of 2.50 m; voor kleine diameters is ook 1 m gangbaar.
De gewapende cirkelvormige buizen met of zonder ligvlak maken het onderwerp uit van de norm NBN B 21-501 (+1 Addendum).
Hun inwendige   is begrepen tussen 300 en 3200 mm en hun nuttige lengt is meestal begrepen tussen 2 en 4 m.  Thans worden hoofdzakelijk de ronde buizen zonder ligvlak aangewend.
Naargelang van hun verbindingswijze onderscheiden de normen buizen met mofverbinding op halve dikte, buizen met uitwendige kraag en buizen met gemengde mofverbinding.
Behalve voor kleine diameters zijn de spie- en mofeinden steeds ontworpen voor elastische dichtingen met rubberringen.
De normen onderscheiden voor de ongewapende ronde en eivormige buizen respectievelijk 1 en 2 sterktereeksen, voor de gewapende buizen 3 sterktereeksen.
Een normontwerp aangaande de staalvezelversterkte betonbuizen werd in 1986 ter kritiek gepubliceerd (NBN B21-502).

A9 De betonbuizen kunnen gecombineerd worden met tal van bijbehorende betonelementen zoals inspectieputten, aansluitkamers, aansluitputjes en rioolkolken, voorzien van verbindingen die identiek zijn aan die van de buizen.
De samenstellende elementen van de inspectieputten werden onlangs gestandaardiseerd ; daarbij werden de verbindingen tussen de schachtelementen ontworpen voor elastische dichtingen met rubberringen en werd gekozen voor ronde schachten met   = 1000 mm;

A10 In bijzondere omstandigheden of voor speciale toepassingen worden nog andere leidingselementen in beton aangewend, zoals buizen voor doorpersingen of drukleidingen in spanbeton of met plaatstalen kern, buizen met muilvormige doorsnede en kokerelementen.

A11 Tenslotte kan nog melding gemaakt worden van leidingsgoten voor kabels of waterafvoer met vol of roostervormig deksel, taludgreppels en grachtelementen met trapeziumvormige doorsnede.

B. BETONPRODUCTEN VOOR GEBOUWEN

De betonproducten voor gebouwen zijn en twee hoofdgroepen te verdelen:
-kleinschalige producten voor metselwerk, dakbedekking, bevloering,…
-structurele elementen zoals kolommen, balken, vloerelementen,…

B1 De volle en holle betonblokken voor metselwerk maken nog steeds het voorwerp uit van de norm NBN538.  Voor deze producten bestaat tevens een Benormerk.  De norm onderscheidt 5 types: extra-licht (type 0,55), zeer licht (type 0,75), licht (type 1,2), half-zwaar (type 1,9) en zwaar.  De waarden tussen haakjes geven de maximum schijnbare volumemassa van de blokken aan in kg/dm³.  Voor de zware blokken moet de volumemassa van het beton zelf groter zijn dan 1,9 kg dm³.  Al naargelang van het type gelden de volgende betonsoorten:
-type 0,55: enkel cellenbeton (bv. Ytong, Siporex);
-type 0,75: cellenbeton of beton van geëxpandeerde granulaten, o.a. kleikorrels (bv. Argex);
-type 1,2: beton van geëxpandeerde granulaten;
-type 1,9: beton van geëxpandeerde of gewone granulaten;
-type zwaar: beton van gewone granulaten.

De gebruikelijke maten zijn:
-breedte: 80, 140, 190, 240 en 290 mm;
-lengte: 190, 290, 390 mm (voor het type 0,55 en 0,75 ook 490 en 590 mm);
-hoogte: 90, 140 en 190 mm (voor het type 0,55 en 0,75 ook 240 en 290 mm).

Wegens de toenemende interesse voor zichtbaar metselwerk van beton hebben verschillende fabrikanten zich toegelegd op de fabricage van blokken of stenen (klein formaat) met een verzorgd zichtvlak, met bijzonder uitzicht (gekliefd, gegroefd, gekorreld) en in diverse kleuren (o.a. zandkleur en bruin).
Om rekening te houden met recente ontwikkelingen op het gebied van de materialen en de toepassingen (o.a. zichtmetselwerk) werden in 1986 nieuwe normontwerpen voor betonmetselstenen (NBN B21-001), voor cellenbetonblokken (NBN B21-002) en voor kalkzandsteen (NBN B21-003) ter kritiek gepubliceerd.  Zij zullen eerlang NBN538 vervangen.
Verder worden nog speciale betonblokken vervaardigd zoals:
-bekistingsblokken die droog gestapeld worden en vervolgens volgestort worden met beton;
-metselblokken met hoge weerstand (meer dan 20 N mm²);
-akoestische blokken met spleten, absorberende massa of in licht beton;
-nagelbare blokjes op basis van houtvezels.

B2 De marmermozaïektegels voor binnenbevloering (NBN 903-01 en -02) hebben een slijtvlak van veredeld marmersplitbeton dat na verharding tot hoogglans wordt gepolijst.  Onderscheid wordt gemaakt tussen tegels met fijne korrel (tot 4 mm), middelgrote korrel (tot 10 mm), middelgrote scherf (tot 25 mm) en grove scherf of notekorrel (tot 50 mm).  Ze zijn verkrijgbaar in de volgende genormaliseerde modulaire maten: 200x200, 250x250, 300x300, 400x400, 500x500 mm.  Ze kunnen effen, gespikkeld of gevlamd zijn in een grote diversiteit van kleuren.  Voor terrassen worden ze meestal van decoratieve antislipvoegen voorzien.  Marmermozaïek vindt verder toepassing als bekleding van trappen en vensterbanken, plinten en wandbekledingen.  Op de markt bestaan ook geslepen of gepolijste tegels (zgn. industriële tegels) met andere dan marmerkorrels en vooral bestemd voor werkhuizen en publieke gebouwen.

B3 De betonindustrie levert tal van andere producten en kleine elementen voor de constructie, uitrusting of afwerking van gebouwen.  We vermelden gewapende en ongewapende lateien, vensterbanken, deurdrempels, omlijstingen, gevelplinten, dakgoten en kroonlijsten in gewoon beton of sierbeton (o.a. kunststeen), glasbetonramen, verluchtings-, lucht- en schoorsteenkokers (o.a. kunststeen), glasbetonramen, verluchtings-, lucht- en schoorsteenkokers (o.a. in refractair beton), muurdekplaten en dakpannen.
In ons land worden enkel de RBB-sneldekpannen vervaardigd.  De benaming ‘sneldek’ komt voort van het feit dat het formaat (330x420 mm – 10 per m²) groter is dan van andere pannen.
Naar vorm en gewicht worden 2 types geleverd (golfprofiel en Neroma).  Ze voldoen aan de technische bepalingen van het typebestek 104 van het Ministerie van Openbare Werken en worden geplaatst in overeenstemming met NBN 282.
Sinds kort worden ook betonnen pannen op de markt gebracht waarvan de afmetingen dichter deze van de klassieke kleidakpannen benaderen (<> 18 stuks per m²).  Ook de vorm is sterk geïnspireerd op zijn gebakken collega.

B4 De elementen in architectonisch sierbeton maken het onderwerp uit van de norm NBN B21-601.  Ze combineren een aantrekkelijke architectuur met andere technische functies.  Men maakt o.a. onderscheid tussen dragende en niet-dragende elementen.  De panelen voor gevelbekleding behoren tot deze laatste.
Naast deze panelen zijn de meest gebruikelijke vormen: kaders I- of T-elementen, borstweringen en balkons.  Ze worden uitgevoerd in glad (o.a. kunststeen), uitgewassen of geleed beton van verschillende kleur volgens de keuze van de granulaten en/of de pigmenten.  Een recente ontwikkeling is het gebruik van lichte elementen van glasvezelversterkt beton.
De norm omschrijft verschillende prestatie-eisen (klassen) naargelang van de bestemming van de elementen.
Voor de buitenbekleding van industriehals worden niet zelden gebouwhoge gevelpanelen in gewapend of voorgespannen beton of horizontale panelen van gewapend cellenbeton aangewend.

B5 De vloerelementen vormen een andere bekende groep betonproducten.  Ze beantwoorden aan de norm NBN539.  Ze worden onderverdeeld in drie hoofdgroepen:
-Aansluitende ééndelige vloerelementen zoals holle en volle platen, T- en TT-elementen, omgekeerde U-elementen; de meest gebruikelijke breedten zijn 0,30, 0,60, en 1,20m.
-Meerdelige vloerelementen bestaande uit balkjes met vul- of tussenblokken; de afstand tussen de balkjes as op as bedraagt tussen 0,50 en 0,60m;
-Bekistingsvloerplaten (‘Prédallen’); beschikbaar in standaardmaten of te bestellen op maat.

Voor kleinere overspanningen zijn de vloerelementen meestal gewapend, voor grotere overspanningen (tot 12 m en meer) steeds voorgespannen (systeem met voorgerekte draden).  Deze laatste zijn gestandaardiseerd en hebben modulaire afmetingen.  De holle platen – in de volksmond dikwijls “weefsels” genoemd – en tussen- en vulblokken worden ook in licht beton vervaardigd ter verbetering van de thermische isolatie en/of ter vermindering van het gewicht van de vloerconstructie.  Om dezelfde redenen worden voor het toedekken van platte daken dikwijls gewapende cellenbetonplaten aangewend.

B6 De elementen in architectonisch beton en de grote vloerelementen worden vaak aangewend in combinatie met geprefabriceerde gewapende kolommen en voorgespannen balken.  De hoofdbalken kunnen overspanningen hebben van enkele tientallen meters.  Deze elementen zijn gestandaardiseerd en hebben modulaire afmetingen.

B7 De betonindustrie levert nog andere structuurelementen zoals portieken voor industriehallen, rechte, gebogen en helicoïdale trappen in één stuk of in componenten en zolen, putringen en heipalen voor funderingen.



C. BETONPRODUCTEN VOOR HET BUITENMILIEU

Met deze producten worden in hoofdzaak de sierproducten voor grondbekleding en voor tuin- en stedelijke uitrusting bedoeld.

C1 De sierbetontegels voor opritten, terrassen, pleinen, verkeersvrije straten, enz…. komen in talrijke maten en vormen voor.  Het meest gangbaar zijn de maten 400x400, 500x500 en 600x400 mm.  Naast de vierkante en rechthoekige vorm komt voor bepaalde types ook de hexagonale vorm en zelfs de ronde vorm voor.
Naar het uitzicht worden ze ingedeeld in effen tegels (o.a. gekleurde tegels volgens A2), kunststeentegels, uitgewassen tegels (o.a. silex), tegels met groeven, imitatie mozaïek en gestructureerde natuursteen, tegels met hoog reliëf voor bebording en tegels met rubberlaag.

C2 De producten voor open grondbekleding laten een grasbestand en/of drainering van het oppervlaktewater toe.  Tot deze groep behoren een grote variëteit van grastegels en grasstenen, met of zonder ineenpassing,doorgroeiplaten voor taluds en vierkante of segmentvormige boomroosters.

C3 Verder levert de betonindustrie al dan niet uitgevoerd in sierbeton:
-Claustra’s voor terrasmuren en voortuinbegrenzing;
-Normandische, landelijke en sierafsluitingen met palen, grondplaten en verbindingsbalkjes naargelang van het geval voor de afsluiting van tuinen, hofsteden en grasperken;
-Aaneensluitende of vrijstaande stijltjes en bolders voor de afbakening van allerlei voetgangerszones;
-Vazen, brievenbussen, bloembakken, papier- en afvalbakken, zitbanken, zitmodules en tafels als tuin en stadsmeubilair;
-Ping-pongtafels, tennisoefenwanden en skatepistes voor sportbeoefening;
-Diverse uitrustingsmiddelen voor het buitenmilieu zoals fietsblokken, sierbebordingen, bakens, straatnaampalen, parkeertegels,…

C4 Tenslotte dient nog melding gemaakt te worden van de diverse elementen of systemen in beton voor grondkering, lawaaikerende wanden en lawaaischermen, waarvan de types die beplantingen toelaten, zich uitstekend in het landschap integreren.  Naargelang van het systeem zijn uitvoeringsvormen van enkele meters tot zowat 6m hoogte mogelijk.

D. BETONPRODUCTEN VOOR WATERWERKEN

De betonproducten voor waterwerken hebben hoofdzakelijk betrekking op oeververdedigingswerken.  Men onderscheidt:
-Gewapende damplanken en –palen voor diepe oeverwanden en schoorpaaltjes met tussenplaten voor ondiepe oevers;
-Volle platen, glooiingsblokken, doorgroeiplaten en grastegels voor de bescherming van hellende oevers; de laatste twee producten laten gras- en plantengroei toe en kennen daarom, vooral voor de oeverbescherming van kleine waterlopen, een groeiend succes.

E. DIVERSE BETONPRODUCTEN

De betonindustrie levert nog speciale producten voor diverse toepassingsterreinen.  We beperken ons tot een bondige opsomming:
-Spoorwegen: dwarsliggers, overwegplaten, perronkeermuren;
-RTT en electriciteitsnetten: kabelgoten, leidingspalen, kabelafdekkappen, sokkels voor cabines;
-Land- en tuinbouw, veeteelt: kweekkassen en bedden, hokken, waterbakken, drink- en eettroggen, stalroosters, sleufsilo-elementen,…;
-Watervang en –zuivering: regen- en waterputten, septische putten, decantatieputten, bacteriënfilters, vet-, modder- en olieafscheiders, ontvang- en aansluitputjes,…;
-kunstwerken: brugliggers, gewelfelementen en kokerelementen voor tunnel- en metrobouw;
-Elementen in L-vorm voor keermuren en silobouw;
-Eendelige elementen: garageboxen, schuilhuisjes, dienstcabines, kiosken, huiskelders, smeerputten, atoomschuilkelders.

Het is onvermijdelijk dat de opsomming en beschrijving van de voormelde betonproducten onvolledig is.  Voor aanvullende gegevens en details wordt verwezen naar de “Permanente Catalugus” en de “Technische Documentaties” van de Federatie van de Betonindustrie (FeBe), tel.: 02/735.80.15.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten